Nachtvlinders op Mepperdennen

Mepperdennen staat bekend om zijn rijkdom aan vlinders, maar wist u dat er maar liefst 2400 vlindersoorten leven in Nederland? Slechts 53 soorten daarvan zijn dagvlinders. Er bestaan 865 soorten macro-nachtvlinders en ruim 1480 micro-nachtvlinders (hele kleine exemplaren). Dat betekent dat er ’s nachts nog veel meer soorten te zien zijn dan overdag!  Althans, met behulp van een lamp en een aantal vrijwilligers, want ze laten zich pas zien als het écht donker is.

Nachtvlinders spotten

Voor mij, natuurbeheerder Jeffrey en twee vrijwilligers was het een unieke ervaring. ’s Nachts is het bos van de dieren, dus Mepperdennen in het donker hebben we nog nooit ervaren. Zo dicht mogelijk bij het ontvangsthuis spanden onze vrijwilligers het doek en vanaf dat moment was het afwachten. De eerste ‘opbrengst’ was al na een kwartier. Een langpootspin, helaas.

Spanners

Het was gelukkig droog deze avond, maar nog net iets te fris. Maar hoewel de omstandigheden niet helemaal optimaal waren, was er wat later op de avond steeds meer activiteit rondom het doek te zien. Wat me al gauw wist te verrassen, was de schoonheid van sommige nachtvlinders. Ik wist niet dat er zoveel prachtige nachtvlinders bestonden. We zagen acht verschillende soorten spanners, op en rondom het doek. Spanners hebben brede vleugels en een smal lijfje. Hun vleugels houden ze meestal plat.

Uilen

Naast veel spanners spotten we ook een aantal mooie uilen. Het is één van de grootste vlinderfamilies. Het zijn snelle vliegers. Bescheiden van kleur, maar met prachtige tekeningen. Overdag kom je ze niet veel tegen, ze verstoppen zich goed om te rusten.

Grasmotten

Van de grasmotten liet vooral de parelmoermot zich veelvuldig zien. Boerenwormkruid bleek voor deze nachtvlinder met een parelmoerglans een favoriet. De rupsen leven vaak in gras, of andere lage planten. Ook de kleuren van de vlinders zijn onopvallend in het gras.

Spinneruilen

Ook de famillie spinneruilen kom je overdag niet zoveel tegen. ’s Nachts vliegen ze vaak in bossen of tuinen. Sommige soorten zijn behaard, maar er bestaan ook gladde varianten.

Vedermotten, snuitmotten en tandvlinders

De familie die in aantallen goed vertegenwoordigd was, maar in varianten iets minder, was de vedermot. Wat een grappige nachtvlinderfamilie is dit. Ze doen hun naam eer aan, doordat hun vleugels bestaan uit smalle reepjes, waardoor het op een veertje lijkt. Als ze rusten, dan vormen ze met hun lijfje en vleugels de vorm van een T. Ook een rode eikenlichtmot uit de familie snuitmotten en een kroonvogeltje uit de familie tandvlinders konden we deze avond aan de ‘collectie’ waarnemingen toevoegen.

Dennenpijlstaart

Eén van de dingen die Jeffrey en ik deze avond/nacht leerden, is dat er veel geduld nodig is om nachtvlinders te spotten. Pas toen het helemaal donker was, kwam het op gang, maar toen bleek het ook helemaal de moeite waard. Toen we tijdens het wachten een kop koffie dronken, zagen we ineens activiteit rond het witte doek. Het leek wel of er een klein vogeltje vloog. Het bleek een dennenpijlstaart. Een imposant exemplaar en daarmee het hoogtepunt van de avond. Pijlstaarten vliegen snel en krachtig en kunnen ook voor een bloem blijven hangen, zoals een kolibri. De rupsen zijn groot en glad, met aan de achterkant een soort staartje. Wim van Nee, één van onze vrijwilligers, durfde het aan om de pijlstaart vast te leggen met zijn camera. Ook alle andere foto’s in dit artikel heeft hij gemaakt.