‘Meppen heeft voor altijd een plekje in mijn hart’
‘Ja, ik heb wel iets met Meppen’, vertelt Ed van der Burg als hij voor de eerste keer naar Natuurbegraafplaats Mepperdennen belt. Hij wil graag een plek komen reserveren voor hem en zijn vrouw.
Hongerwinter
Het was tijdens de hongerwinter van 1944-1945 dat Ed van der Burg als tienjarig jongetje achterop de fiets van de dominee zat, onderweg naar Meppen. Om zes uur ‘s ochtends was hij met de vrachtwagen in Zweeloo aangekomen, samen met een heleboel andere kinderen. In Zweeloo werden de kinderen verdeeld en naar hun tijdelijke nieuwe gezinnen gebracht.
In Utrecht, waar Ed vandaan kwam, was er in die tijd zoveel honger dat zijn ouders het een beter idee leek om hem naar Drenthe te sturen. De dominee bracht Ed bij Geert Pronk en Willemtje Bonnen, in hartje Meppen. Ed beleefde er acht maanden lang een fantastische tijd. Eten was er voldoende en hij werd enorm gastvrij ontvangen.
Tussen de dennen
Bijna tachtig jaar later voelt hij nog steeds een enorme verbinding met het dorpje Meppen. Zo sterk, dat hij er graag begraven zou willen worden. Zijn vrouw is ziek en zodoende wil hij graag een afspraak maken om een plekje uit te komen zoeken. Tijdens een bijzonder gezellige reservering zoeken we een mooie rustplaats voor hem en zijn vrouw. Ed weet het wel. “Een plekje tussen de dennen. Want mijn vrouw heeft in Zeist gewoond en toen woonde ze in de straat ‘Tussen de dennen’. Ja, echt waar!” Niet veel later vinden we dé plek waar Ed naar zocht. Het geeft hem een goed gevoel om deze plek te reserveren. Als we terug lopen vertelt Ed honderduit over de tijd dat hij in Meppen verbleef. Een periode die hij nooit zal vergeten. “Meppen heeft voor altijd een plekje in mijn hart.”
De liefde blijft
Nog geen week later ontvangen we weer een telefoontje van Ed. Zijn vrouw is overleden, veel sneller dan verwacht. Samen met zijn zoons en een bevriende predikant stellen ze een mooie dienst samen. Ed brengt een prachtige foto van zijn vrouw mee en laat deze trots zien. Hij is erg verdrietig, maar staat nog steeds achter zijn keuze om zijn vrouw in de natuur van Meppen voor eeuwig te ruste te leggen. “Mijn geloof”, zo vertelt hij, “is overgegaan van zeker weten naar verwondering en bewondering. En dat vind ik ook terug in de natuur.”
Haar graf wordt gekenmerkt door een boomschijf als grafmarkering met daarop de tekst: ‘Tempus fugit, amor manet’, wat betekent: ‘De tijd vliegt heen, de liefde blijft’. En zo is het voor Ed, zowel de liefde voor zijn vrouw, als de liefde voor Meppen.