Kleur in de winter

Zelfs op een koude en grauwe dag als vandaag kun je nog wat kleur ontdekken, als je maar goed kijkt. Kleine kleurrijke zwammetjes zorgen voor een schitterend contrast met het gedempte kleurenpalet van het winterse bos.
De gele trilzwam valt van een afstand al op. Ze zijn van oktober tot maart veel te zien, vooral op eikenhout. Een zeer veerkrachtig zwammetje, gevuld met een geleiachtige massa die verschrompelt bij strenge vorst en weer uitgroeit bij de volgende regenbui. En wat te denken van de vele tinten groen van de korstmossen die het zwammetje omringen? Kunstwerkjes op zich, die eveneens een belangrijke rol spelen in de kringloop van de natuur.

Het kleine kleverige koraalzwammetje springt er ook uit qua kleur. Meestal zie je ze tot eind november, maar ook in december troffen we nog een exemplaar aan. Dit grillig gevormde oranje zwammetje schittert als een vlammetje in donkere naaldbossen. Een stuk subtieler van kleur en formaat is de paarse knoopzwam, te vinden tot december. De jonge zwam is slechts enkele millimeters groot en een volwassen exemplaar kan uitgroeien tot een paar centimeter.

Volhouders en doorzetters

Paddenstoelen zie je vooral in de herfst, maar ook in de winter zijn er nog een aantal soorten te zien, zoals het fluweelpootje en de oesterzwam. Ze houden stug vol of worden pas zichtbaar in de moeilijkste omstandigheden. Eigenlijk heel bijzonder, want wat voor ons zichtbaar is als paddenstoel of zwam, is de bloeiwijze (het vruchtlichaam) van de onzichtbare ondergrondse zwam. Zelfs in het diepst van de winter, als de rest van de natuur in diepe rust is, planten deze schimmels zich voort. Omdat er weinig dieren actief zijn in deze periode, is de zwam afhankelijk van de regen of wind om de sporen uit het vruchtlichaam te verspreiden.

Specialisten

Nederland kent ruim 3500 soorten paddenstoelen. Veel zwammen vind je op dood hout, ze helpen met het verteren van dat hout. Zwammen en paddenstoelen zorgen met hun schimmeldraden voor de afbraak van organisch materiaal in een bos. En dat gebeurt op heel specialistische wijze. Van dunne twijgjes tot dikke boomstammen, van verschillende houtsoorten en bladeren tot nerven en naalden: voor elk soort materiaal bestaat er wel een speciale paddenstoel of zwam die het materiaal kan omzetten tot voeding. Naast stugge doorzetters zijn zwammen dus ook echte gespecialiseerde opruimers.

De gele trilzwam pakt dat overigens geheel anders aan. De zwam haalt zijn voeding uit andere schorszwammen, en is daarmee dus feitelijk een parasiet. Maar wel een bijzonder mooie die voor wat kleur zorgt in de donkere wintermaanden.

 

 

 

Geplaatst in Mepperdennen, Natuur